Om de introductie en verspreiding van Xylella fastidiosa, een plantpathogene bacterie, te voorkomen gelden er in de EU noodmaatregelen. Deze maatregelen zijn nu gewijzigd en per 1 juli 2025 gelden er extra vereisten (toetsverplichting en traceerbaarheidscode) voor Lavandula en Rosmarinus.
label.newsDeclaration
12.08.2025
Sinds 2017 gelden er in de EU al noodmaatregelen om de introductie en verspreiding van Xylella te voorkomen. Deze maatregelen, vastgelegd in de EU-verordening 2020/1201, zijn sindsdien meerdere keren gewijzigd op basis van nieuwe inzichten. Afgelopen jaar zijn de bestaande maatregelen geëvalueerd, wat heeft geleid tot nieuwe voorstellen. Deze voorstellen zijn door de Europese Commissie geïmplementeerd en op 27 september 2024 vastgelegd in nieuwe wijzigingen gepubliceerd in verordening 2024/2507.
In deze wijzigingen zijn onder andere nieuwe waardplanten toegevoegd aan de lijst van waardplanten met verhoogd risico op verspreiding van Xylella fastidiosa, namelijk: Lavandula angustifolia, Lavandula x intermedia, Lavandula latifolia, Lavandula stoechas en Salvia rosmarinus(Rosmarinus officinalis). Voor deze planten zijn vanaf 1 juli 2025 onderstaande aanvullende eisen van kracht:
een toetsverplichting voor de eerste keer dat het product in het verkeer wordt gebracht.
een traceerbaarheidscode (C) op het plantenpaspoort voor zowel handel tussen professionele marktdeelnemers als materiaal bestemd voor de eindconsument
De wijziging m.b.t. toetsverplichting geldt ook voor derde landen die planten exporteren naar de EU. Vanaf 1 juli 2025 zal hier bij import op gecontroleerd worden.
Er is advies ingewonnen bij Naktuinbouw. Deze adviezen zijn opgevolgd. Er zit echter een verschil tussen de toetsverplichting voor plantmateriaal uit zaad en uit stek.
Voor stek(uc en rc) volstaat het indien de moederplanten van Lavandula en Rosmarinus in Kenya en Ethiopie zijn bemonsterd en daar negatief zijn getest op X.f. De verklaring van een negatieve test van deze nationale keuringsinstanties volstaat om de eis af te dekken. Er hoeft dus niet in NL opnieuw gemonsterd en getest te worden, we hebben dit echter wel uit laten voeren.
Voor plantmateriaal uit zaad dient er in NL wel bemonsterd en getest te worden omdat de jonge plant geheel in NL wordt geteeld. Hier is opdracht voor gegeven aan Naktuinbouw om dat zowel op HIA als DIN uit te voeren.
De traceerbaarheidscode(thema C) in het Florensis plantenpaspoort is al ingericht sinds dat het plantenpaspoort verplicht werd en daaraan hoeft niets gewijzigd te worden.
Klanten van Florensis kunnen gebruik maken van deze verklaringen om aan te tonen dat het plantmateriaal vrij is van X.f. voor Lavandula en Rosmarinus afkomstig van Florensis. Daarmee dekken zij deze Europese eis af. De verschillende verklaringen zijn verkrijgbaar via Florensis Customer Service. Ga naar onze contactpagina.
De volgende verklaringen zijn beschikbaar:
Ethiopia X.f. negative(ornamental_Lavandula motherplants) 2024
Kenya X.f negative(edibles/Lavandula en Rosmarinus motherplants) 2025
Netherlands X.f negative(ornamental/Lavandula, Rosmarinus/Salvia Rosmarinus RC) 2025
Netherlands X.f negative(ornamental/Lavandula PL) 2025
contactElementDescription
contactElementNameOfColleauge
contactElementFunctionOfColleauge